Gezien worden

Het is weekend. Na een week van stevige vorst zoeken mijn vrienden en ik de vijver in de wijk op, binden de schaatsen onder en genieten van het geluid van de ijzers op het ijs, de warme chocomel die gratis wordt uitgedeeld en de herinneringen die het tafereel oproept aan vroeger, toen we praktisch elke winter konden schaatsen op natuurijs. 

Schaatsen op natuurijs in de wijk

Het is net als fietsen, dat schaatsen, je verleert het niet. Zodra ik het ijs op stap is het nog wat wiebelig, maar binnen de kortste keren gaat het weer als vanouds. Althans, de basis dan. Die kunstjes die ik vroeger kon, zoals pirouetjes draaien, mooie bochten achteruit schaatsen, op één been rijden, daar waag ik me beter niet meer aan. Ik ben al blij dat ik enigszins gracieus vooruit over het ijs kan glijden. 

Dat geldt niet voor mijn vriend D, die zodra hij op het ijs staat verandert in een (vindt hij zelf) stoere ijshockey schaatser. Hij haalt alles uit de kast en mijn vriendin en ik lachen er een beetje om. Niet om hoe hij schaatst, daar ben ik serieus van onder de indruk. Nee, we lachen om hoe graag hij dat wil laten zien. Hij is een man van vijftig, maar lijkt achter die stoere ijshockey façade bijna weer een onzekere tiener die wil horen hoe goed hij is. 

Later, als ik weer thuis ben denk ik er nog eens over na. Wat is dat toch, die continue drang naar bevestiging van D? Want het bijna vrágen om bevestiging blijft niet beperkt tot het schaatsen. Hij heeft dat wel vaker, dat willen delen hoe goed hij is of hoe goed hij dingen voor elkaar heeft. Ik lachte er vanmiddag om, maar hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik me afvraag of we dat niet allemaal in meer of mindere mate hebben.

Als ik eerlijk naar mezelf kijk, ben ik toch eigenlijk precies zo? Wil ik niet ook de bevestiging krijgen dat de maaltijd waar ik de hele middag op heb staan ploeteren heerlijk smaakt? Word ik er niet ook heel blij van als mijn reisgenootjes erkennen dat ik echt een tof hotel heb gevonden of een fijne route heb uitgestippeld? Wil ik niet ook horen dat ik zo’n zorgzame moeder ben? Dat het feestje dat ik voor mijn vaders 75e verjaardag georganiseerd heb niet beter had kunnen uitpakken? Dat de stukken die ik schrijf goed of vermakelijk zijn?  

Volgens een artikel dat ik over het onderwerp vond op Psychologie Magazine hebben we allemaal inderdaad behoefte aan erkenning. Mensen willen gezien en gewaardeerd worden. Of dat nou op het werk is, op school, als vriend, als partner, als ouder, als zoon of dochter. Mensen willen horen dat wie ze zijn en hetgeen ze doen ertoe doet. Het gekke is dat wij mensen, hoewel we dus graag erkenning van een ander willen ontvangen, zelf over het algemeen niet al te scheutig zijn met het geven ervan. We verwachten dus wel dat een ander ons vertelt dat we iets goed doen, en vragen er soms onbewust om, zoals D, maar zien blijkbaar over het hoofd dat de ander eenzelfde behoefte aan erkenning heeft.

Toen ik dat las moest ik direct denken aan mijn zolder. Het was er sinds onze verhuizing in 2006 een grote (georganiseerde) bende. Tot ik vorig jaar terugkwam van een reis naar Chili en manlief de boel onder handen bleek te hebben genomen. Het was onherkenbaar, zo netjes. Wat fijn! En toch, dat ene compliment dat ik hem gaf over zijn inspanningen werd al snel overschaduwd door gezeur over dingen die hij weg had gedaan of niet logisch had opgeborgen. Ik had hem natuurlijk ook gewoon kunnen erkennen in zijn inspanningen en de frustratie over dingen die onvindbaar waren voor mezelf houden…of in ieder geval bewaren voor later. Dat zou ik zelf ook fijn gevonden hebben, als ik hem was geweest. 

Iets vergelijkbaars geldt ook voor D op de schaats. Ik kan erom lachen, het sneu of overdreven vinden, me met mijn vriendin verwonderen over dat hij zo graag wil laten zien wat hij kan. Maar in de kern kost het mij weinig moeite om hem een gemeend compliment (ik was immers serieus onder de indruk) te geven over zijn schaatskunsten. Terwijl het hem de erkenning geeft waar hij zo naarstig naar verlangt! Misschien, als ik daar vaker in oefen, wordt het geven van erkenning voor mij net zoiets als fietsen: het gaat als vanzelf en je verleert het nooit.

1 thoughts

Plaats een reactie